Garantie-uitkering

Het recht op bovenwettelijke WW zit vast aan een bepaalde WW-uitkering. Als uw (ex-)werknemer weer gaat werken en dat zo lang doet dat hij een nieuw recht op WW opbouwt, krijgt hij bij werkloosheid een nieuwe WW-uitkering en komt de oude niet meer terug. Zonder nadere regels zou dan ook de bovenwettelijke uitkering definitief weg zijn. Een vooruitzicht dat uw (ex-)werknemer huiverig kan maken voor een nieuwe baan, zeker als dat een tijdelijke baan is.

Om te zorgen dat werknemers het werk kunnen hervatten zonder het risico hun bovenwettelijke rechten kwijt te raken, zijn er de zogenaamde garantie-uitkeringen. Deze regeling is bedoeld om de drempel weg te nemen om een nieuwe baan te aanvaarden. Door een nieuwe baan te aanvaarden kan de ex-werknemer zijn uw oude rechten niet kwijtraken. In uw sector zijn er twee verschillende garantie-uitkeringen:


De garantie-uitkering als de laatste baan weer in uw sector was

Als de laatste baan weer in uw sector was, heeft de werknemer, na afloop daarvan en naast zijn nieuwe WW, recht op een nieuwe bovenwettelijke uitkering. Die is meestal niet ongunstiger dan de bovenwettelijke uitkering uit de baan bij u, want de werknemer is intussen ouder en heeft meer diensttijd.  Maar heeft hij tussendoor langer dan 14 maanden niet in het onderwijs gewerkt? Dan telt de diensttijd vóór die onderbreking niet meer mee. Zijn meetellende diensttijd is dus korter geworden, en zijn nieuwe bovenwettelijke uitkering kan daardoor korter zijn dan de oude.

De garantie-uitkering heeft dan de vorm van verlenging van de nieuwe bovenwettelijke uitkering. De verlenging is zo lang als de kortste van de volgende twee:

  • de nog niet verbruikte duur van de oude uitkering, of
  • het verschil in duur tussen de oude en de nieuwe uitkering.
  • Voor deze garantie-uitkering is vereist dat de werknemer bij de nieuwe werkloosheid recht heeft op een aansluitende uitkering. Na de onderbreking van meer dan 14 maanden moet hij dus opnieuw 5 jaar diensttijd hebben opgebouwd

De garantie-uitkering als de laatste baan in een andere sector was

Als de laatste baan niet in het hbo was, dan heeft de werknemer na afloop daarvan geen nieuw recht op een BWRHBO-uitkering. De garantie-uitkering houdt dan in dat de oude BWRHBO-uitkering kan herleven naast de nieuwe WW-uitkering. Voorwaarde hiervoor is dat uw werknemer  werkloos wordt binnen 4 jaar nadat zijn oude BWRHBO-uitkering is geëindigd door de werkhervatting. Die herleving vindt plaats bij het begin van de nieuwe werkloosheid. Zo lang de nieuwe WW duurt, vormt de oude bovenwettelijke uitkering een aanvulling daarop. Duurt de oude bovenwettelijke uitkering langer dan de nieuwe WW? Dan krijgt de werknemer na afloop van de nieuwe WW een aansluitende uitkering.

Deze garantie-uitkering is ook mogelijk als de werknemer direct na de baan bij u ergens anders is gaan werken. Maar alleen als hij niet uit eigen keuze bij u is vertrokken, en u hem niet wegens een dringende reden hebt ontslagen. In dit geval kijkt de bovenwettelijke uitvoerder welke uitkering hij na de baan bij u gekregen zou hebben als hij niet meteen ander werk had gehad. Die uitkering ‘herleeft’ dan bij de werkloosheid uit de nieuwe baan. Of ontstaat eigenlijk meteen als garantie-uitkering. 


Was de nieuwe baan van een zodanige omvang dat de werknemer daarnaast geen recht op uitkering had? Dan schuift de einddatum op, zoals bij de WW.

Garantie-uitkering

Het recht op bovenwettelijke WW zit vast aan de WW-uitkering. Als je weer gaat werken en een nieuw recht op WW opbouwt, krijg je bij werkloosheid een nieuwe WW-uitkering en komt de oude niet meer terug. Zonder nadere regels zou dan ook de bovenwettelijke uitkering definitief weg zijn.

In de BWRHBO is hier echter een oplossing voor gevonden. Als je later werkloos wordt uit een volgende baan (die eventueel direct na de baan bij je oude werkgever mag zijn), kun je je oude bovenwettelijke WW-uitkering weer aanvragen, de zogenaamde garantie-uitkeringen. In de hbo-sector zijn er twee verschillende:


De garantie-uitkering als de laatste baan weer in de hbo-sector was

Als de laatste baan weer in het hbo was, heb je, na afloop daarvan en naast je nieuwe WW, recht op een nieuwe bovenwettelijke uitkering.

De garantie-uitkering heeft dan de vorm van verlenging van de nieuwe bovenwettelijke uitkering. De verlenging is zo lang als de kortste van de volgende twee:

  • de nog niet verbruikte duur van de oude uitkering, of
  • het verschil in duur tussen de oude en de nieuwe uitkering.

Maar heb je tussendoor langer dan 14 maanden niet in het onderwijs gewerkt? Dan telt de diensttijd vóór die onderbreking niet meer mee. De meetellende diensttijd is dus korter geworden, en je nieuwe bovenwettelijke uitkering kan daardoor korter zijn dan de oude.

Voor deze garantie-uitkering is vereist dat je bij de nieuwe werkloosheid recht hebt op een aansluitende uitkering. Na de onderbreking van meer dan 14 maanden moet je dus opnieuw 5 jaar diensttijd hebben opgebouwd.


De garantie-uitkering als de laatste baan in een andere sector was

Als de laatste baan niet in het hbo was, dan heb je na afloop daarvan geen nieuw recht op BWRHBO-uitkering. De garantie-uitkering houdt dan in dat je oude BWRHBO-uitkering kan herleven naast je nieuwe WW-uitkering. Voorwaarde hiervoor is dat je werkloos wordt binnen 4 jaar nadat je oude BWRHBO-uitkering is geëindigd doordat je weer bent gaan werken. De BWRHBO-uitkering gaat weer lopen bij het begin van de nieuwe werkloosheid. Zo lang de nieuwe WW duurt, vormt de oude bovenwettelijke uitkering een aanvulling daarop. Duurt de oude bovenwettelijke uitkering langer dan de nieuwe WW? Dan krijgt je na afloop van de nieuwe WW een aansluitende uitkering.